PROSTITUTIE IN NEDERLAND

Het zogezegde ´oudste beroep ter wereld´ heeft een lange geschiedenis in de Nederlandse steden en al eeuwen geleden probeerde de overheid de prostitutie te reguleren.

Prostitutie: een noodzakelijk kwaad

Prostitutie is een fenomeen van alle plaatsen en alle tijden, zo ook in Nederland. Prostitutie, ouderwets ook wel hoererij genoemd, komt van de Latijnse samentrekking pro en statuere, dat tentoonstellen of uitstallen betekent. In de Middeleeuwen werd het als een beroep gezien waar geen eer aan te behalen viel, maar desondanks zagen de politieke en religieuze machthebbers dat het een onmisbaar beroep was. De bekende theoloog en kerkvader Thomas van Aquino (1225-1274) vergeleek de verhouding van de stad en de prostitutie met die van een paleis en een mesthoop. De mesthoop is dan wel niet fraai, maar is nodig om de rest van het paleis schoon te houden. Zo was de prostitutie nodig om de veiligheid van andere vrouwen en de algemene orde binnen de stad te handhaven.

Regulering prostitutie

Al in de late Middeleeuwen probeerden stadsbesturen de branche te reguleren. Het werd toegestaan, maar de prostituees en pooiers moesten zich wel aan een aantal regels houden om de burger en de samenleving te beschermen. In Amsterdam bezat het stadsbestuur zelfs enkele bordelen, in de tegenwoordige Damstraat en Pijlsteeg, die onder beheer stonden van stadsschouten. Prostituees dienden zich anders te kleden dan ‘normale’ vrouwen zodat er geen verwarring kon bestaan over hun functie en bordelen moesten zich door middel van een herkenbaar uithangbord onderscheiden van reguliere café’s. Voor joden en getrouwde mannen was het niet toegestaan een prostituee te bezoeken.

Calvinisme

Aan deze tolerante houding kwam een einde in de zestiende eeuw toen tijdens de Opstand het calvinisme dominant werd. Vanaf 1578 werden in Amsterdam de bordelen gesloten en de prostitutie verboden, waarna er op overtreding van de nieuwe regels flinke straffen werden ingevoerd. Als gevolg hiervan verdween de prostitutie niet, maar ging deze ondergronds verder. De door de kerk als zondig bestempelde prostitutie verspreidde zich over de gehele stad en vond plaats in kleine obscure bordelen. Al behoorde de overheid de hoeren, pooiers en hun klanten te vervolgen, gebeurde dit in de praktijk relatief weinig door een gebrek aan controle en een te kleine politiemacht.

Hoerwaardinnen

Het vervolgen en gedogen wisselde zich in de volgende eeuwen af en tegen de achttiende eeuw werd de prostitutie oogluikend toegelaten. Zeker in een grote handelsstad als Amsterdam bloeide de prostitutie in deze periode op door bezoeken van allerlei kooplieden, handelaren en zeevaarders. Veel bordelen werden door een zogeheten hoerwaardin gerund, dit was vaak een ex-prostituee die het klappen van de zweep kende en een aantal meisjes in dienst had. Tussen deze hoerwaardinnen was een levendige handel in meisjes, die binnen de eigen stad of tussen verschillende steden werden uitgewisseld en verkocht. Een belangrijke ontmoetingsplek werd het speelhuis, waar vooral zeelieden na een lange reis op zoek naar vertier waren.

Chique bordelen

Toen er in de achttiende eeuw soepeler werd omgegaan met prostitutie door de stadsbesturen veranderde de vraag van de bezoekers. De rijke hoerenlopers vonden de huizen van de hoerwaardinnen vaak onhygiënisch en armoedig en vanwege deze reden werden de meisjes in de speelhuizen zelf onderdak aangeboden. Omdat dit alles binnenskamers gebeurde en zo niet de openbare orde verstoorde, greep de overheid niet in. Met dat het speelhuis niet alleen een ontmoetingsplek meer was, maar ook een werkplek werd er meer geïnvesteerd in de aankleding van het bordeel. Door de grootschaligheid en luxe van dergelijke bordelen werden steeds vaker mannen de baas van bordelen omdat deze vaker dan vrouwen over veel geld beschikten.

Het gevaar van syfilis

Een groot probleem voor het voortbestaan van de prostitutie was het steeds vaker voorkomen van geslachtsziektes, met name syfilis. Syfilis, de venusziekte, kwam al in de zestiende eeuw voor, maar pas in de negentiende eeuw werd er wetgeving gemaakt om de geslachtsziekte te beperken. De prostitutie werd niet verboden, maar prostituees dienden zich wekelijks te laten controleren. De controles moesten ze zelf betalen en wanneer ze besmet waren werd hun de ‘rode werkkaart’ ontnomen tot ze genezen waren. De prostitutie werd aangewezen als belangrijke reden voor deze maatschappij ontwrichtende ziekte, maar tegelijk diende de prostitutie in stand gehouden te worden om te voorkomen dat vrijgezelle mannen zich zouden vergrijpen aan fatsoenlijke dames.

Prostitutie als slavernij

De handel in vrouwen binnen de prostitutie, die als ‘handel in blanke slavinnen’ werd gezien, zorgde in de loop van de negentiende eeuw voor toenemende kritiek op de sector. Tegenreacties waren het opzetten van hulphuizen, het tegenhouden van bordeelbezoekers en klachten bij de overheid vanuit hoofdzakelijk christelijke hoek. Deze protesten leidden er uiteindelijk toe dat er in 1911 de zedenwet in werd gevoerd, hierbij werd niet prostitutie maar het aanzetten tot ontucht strafbaar gesteld. Dit zorgde ervoor dat de handelaren, pooiers en bezoekers strafbaar werden. Mede hierdoor werd de raamprostitutie populair, vrouwen wenkten langslopende mannen van achter hun gordijnen binnen. Tegen de jaren vijftig werden de gordijnen steeds meer open geschoven en zaten vrouwen achter hun raam geduldig te wachten. De toenemende vrije seksuele moraal maakte de raamprostitutie steeds populairder en werd in toenemende mate gedoogd.

Huidige wetgeving

De wetgeving omtrent prostitutie uit 1911 bleef officieel tot 2000 in stand. In 2000 werd het bordeelverbod opgeheven, maar de prostitutie wordt nog steeds sterk gereguleerd. Tippelzones zijn verboden, maar het beroep van prostituee is legaal. De overheid hoopte door legalisering van prostitutie meer overzicht en controlemogelijkheden te krijgen op de branche, zodat mogelijke misstanden en vrouwenhandel beter zouden kunnen worden aangepakt. Echter die aanpak faalt omdat illegaal werkende prostituees via internet klanten kunnen scoren, en de overheid geen mankracht heeft bij de politie om dat te controleren en te handhaven.

Of de overheid daar ook daadwerkelijk in slaagt, is nog maar zeer de vraag. Volgens velen is er absoluut geen verbetering wat betreft mensenhandel en maken vrijwel alle sekswerkers geweld en intimidatie mee. In april 2019 bleek een burgerintitatief om de legale status van postitutie in Nederland ter discussie te stellen 40.000 handtekeningen heeft gehaald. De initiatiefnemers van het burgerintiatief pleiten voor het invoeren van het nordic model, een model waarbij niet de postituee strafbaar is, maar juist de klant. Dat is echter geen oplossing omdat het dan geheel in de illegaliteit verdwijnt, en de markt van vraag en aambod is er nu eenmaal. Daarbij komen er steeds meer signalen dat gedwongen prostitutie sterk afneemt mede door betere levenstandaard in de Oostbloklanden waar veel sekswerkers vandaan komen. En ook door internet wordt er snelle informatie gedeeld waardoor dames ook meer weten en sterker in hun schoenen staan. Daarbij heeft de zedenpolitie nu al te weinig mankracht op zedenzaken als verkrachtingen te behandelen. Momenteel zijn daar achterstanden van 2 a 3 jaar voor. Ook worden momenteel stap voor stap de zedenpolitie weggehaald bij handhaving en controle van sekswerkers en vergunde seksinrichtingen. Wat wordt overgenomen door vaak vooringenomen ambtenaren van de gemeente.

Het bordeelverbod van 2000 zou de sekswerker een betere positie moeten geven, echter men heeft alleen belastingplicht gekregen en ook vaak registratie van hun beroep waardoor zowel sekswerkers als exploitanten bij banken, verzekeringen geweigerd kunnen worden. Het is zelfs beleid van de Nederlandse bank om geen diensten als hypotheken te verstrekken aan de seksbranche. Tevens is er een uitsterfbeleid van vergunde prostitutielocaties waardoor er steeds meer sekswerkers in de illegaliteit verdwijnen.

Bron: https://www.dominaforum.nl/prostitutie-in-het-nieuws/prostitutie-in-nederland/

Bijna niemand gelooft nog in plan voor verhuizing van Haagse raamprostituees: ‘Stop deze zinloze exercitie’

De verhuizing van de raamprostitutie uit de Geleenstraat en de Doubletstraat naar een erotisch centrum in de Sporendriehoek lijkt verder weg dan ooit. Vrijwel niemand gelooft nog echt in het ambitieuze plan dat de gemeente Den Haag geen cent mag kosten, zo bleek donderdagavond in het stadhuis.

Na drie jaar onderzoek en twee miljoen aan kosten is het nog altijd onduidelijk of de Haagse raamprostitutie wel verplaatst kan worden zonder dat de gemeente zelf een forse duit in het zakje doet. De Haagse wethouders van VVD-huize willen nog een extra haalbaarheidsonderzoek van een jaar, maar zelfs hun coalitiegenoten zijn uiterst kritisch.

GroenLinks en PvdA vragen zich hardop af of het resterende miljoen aan onderzoeksgeld niet veel beter in het opknappen van de Doubletstraat en Geleenstraat gestoken kan worden. Het CDA zag eerder wel wat in een nieuwe, kleinschalige prostitutieplek, maar noemt het beoogde erotische centrum nu ‘het schrikbeeld van een kermisattractie’. De oppositie is nog uitgesprokener: ,,Stop deze zinloze exercitie‘’, zei Sebastian Kruis van de PVV.

Volgens het laatste onderzoek is raamprostitutie in de Sporendriehoek aan de Lekstraat haalbaar. Wel kleven er grote risico’s aan het plan: de kosten van het uitkopen van raamexploitanten, van planschade en de ontsluiting van het verkeer zijn na drie jaar nog volstrekt onduidelijk. Veel exploïtanten en pandjesbazen zijn bovendien tegen het plan.

Vertrouwen

Alleen de VVD lijkt nog echt vertrouwen te hebben in een verhuizing van de prostituees. ,,We kunnen de positie van de sekswerkers verbeteren,” benadrukt raadslid Ayse Yilmaz. ,,En we kunnen de stad mooier maken door de Geleenstraat en de Doubletstraat opnieuw te ontwikkelen.”

Wethouder Anne Mulder erkende gisteravond ruiterlijk alle risico’s die nog aan de beoogde verplaatsing van de prostitutie kleven. Wel ziet hij in het erotische centrum in de Sporendriehoek de enige mogelijkheid om de werkomstandigheden van de sekswerkers naar een hoger plan te tillen. Daarom pleit hij voor een laatste onderzoek. ,,Daar kan ook uitkomen dat het toch niet gaat lukken, maar laten we ons die kans niet ontnemen.”

Bron: https://www.dominaforum.nl/prostitutie-in-het-nieuws/bijna-niemand-gelooft-nog-in-plan-voor-verhuizing-van-haagse-raamprostituees-stop-deze-zinloze-exercitie/

Gemeenten maken zelfstandig sekswerk vanuit eigen woning onmogelijk

Zelfstandig sekswerk vanuit huis is in bijna alle Nederlandse gemeenten onmogelijk. Hoewel sekswerk vanaf 2000 een legaal beroep is, mogen prostituees in slechts drie van de 352 gemeenten hun diensten vanuit de eigen woning aanbieden. Dat blijkt uit onderzoek van Pointer naar de vergunningsregels van gemeenten, ook wel de Algemene Plaatselijke Verordening (APV) genoemd.

Sinds het afschaffen van het bordeelverbod in 2000 is prostitutie in Nederland gelegaliseerd. Toch mogen sekswerkers in bijna alle gemeenten hun klanten niet thuis ontvangen. Voor het verkrijgen van een vergunning mag de sekswerker namelijk niet zelfstandig werken. Naast de sekswerker moet er altijd een exploitant bij betrokken zijn.

Andere zelfstandige beroepen zoals nagelstylisten, kappers en masseurs mogen wel vanuit hun eigen woning werken. Voor sekswerkers gelden in de meeste gemeenten dus vergunningsregels. Daarnaast zorgen bestemmingsplannen er vaak voor dat sekswerk op woonlocaties niet is toegestaan.

Het aantal plekken waar sekswerkers hun werk legaal mogen uitvoeren, zoals privéclubs en bordelen, is vanaf 2000 fors afgenomen. Veel sekswerkers voelen zich gedwongen om illegaal vanuit huis te werken. Daarmee lopen zij het risico op hoge boetes en uithuisplaatsingen.

Volgens Rodney Haan van het Centrum voor Criminaliteitspreventie en Veiligheid (CCV) veroorzaakt dit lokale beleid dat sekswerkers in een kwetsbare positie komen. Illegaliteit en uitbuiting liggen op de loer. “Ze blijven hun werk wel doen, maar dat gaan ze in het grijze circuit doen. Mochten ze dan hulp nodig hebben, dan durven ze niet meer zo snel naar de instanties te stappen.”
Hoe ziet ons sekswerkbeleid eruit?
   
Nieuwe regels

Lelystad, Tilburg en Assen zijn in Nederland de enige gemeenten waar sekswerkers ook vanuit huis hun klanten mogen ontvangen. Hiervoor hebben deze gemeenten de afgelopen jaren de regels voor deze sekswerkers versoepeld. Zo kunnen in Lelystad sekswerkers zich bij de gemeente als thuiswerker laten registreren en hebben zij de mogelijkheid om hun gegevens met hulpinstanties te delen.

“Wij willen zo zicht krijgen op de sekswerkers die in onze gemeente actief zijn”, zegt Rob de Bie, beleidsadviseur APV van de gemeente Lelystad. Tot nu toe heeft slechts één sekswerker zich bij de gemeente geregistreerd.

“Er is een groot wantrouwen opgebouwd bij sekswerkers. Met name de angst dat er repressief wordt opgetreden door de politie op het moment dat sekswerkers in de woningen worden aangetroffen. Juist dat vertrouwen proberen we terug te winnen door het bieden van veiligheid en hulp”, aldus De Bie. In Lelystad lopen sekswerkers die hun klanten thuis ontvangen niet het risico om uit huis geplaatst te worden.

Maandag uitzending TV, Nederland 2: NPO2 22.15 uur met o.a. interview eigenaar Privehuis La Cloche (www.privehuislacloche.nl) – House of Dreams (www.privehuishod.nl) en SM Studio Almere – (www.smstudio-almere.nl) en D66 raadslid Utrecht: Ellen Bijsterbosch

Zondag 19.00 uur uitzending Radio 1 NPO 19.00 uur

Bron: https://pointer.kro-ncrv.nl/gemeenten-maken-zelfstandig-sekswerk-vanuit-eigen-woning-onmogelijk

‘Wet op sekswerk is morele koehandel’ te belangrijk om te vergeten!

Het wetsvoorstel Wet Regulering Sekswerk is rampzalig voor sekswerkers, schrijft Joep Rottier. ‘De gedachte dat repressie iets zal oplossen, is achterhaald.’

Eind 2019 lanceerde het kabinet het wetsvoorstel Wet Regulering Sekswerk (WRS). Na een voorbereiding van jaren werd een pakket aan maatregelen gepresenteerd dat de beoogde doelstellingen – bestrijden van mensenhandel en uitbuiting, positieverbetering van sekswerkers en verlagen van het stigma op sekswerk – moet realiseren.

Verondersteld mag worden dat de bedenkers van het wetsvoorstel zich in die tijd voldoende hebben verdiept in literatuur en onderzoek over (effecten van) sekswerkbeleid. Ook zou aangenomen mogen worden dat de meningen van alle betrokken partijen, niet in het minst van de sekswerkers zelf, in dat tijdsbestek terdege zijn geïnventariseerd.

Toon discussie

Het is anders. Het conservatief-christelijk gedachtegoed, waarin het bestaan van prostitutie per definitie als onacceptabel wordt beschouwd, bepaalt de toon van het discours rond de WRS.

Onlangs nog liet de leider van coalitiepartij Christen Unie, Gert-Jan Segers, weten dat een aangepaste – lees: repressievere – prostitutiewet een voorwaarde voor de CU is om mee te doen aan het huidige kabinet.

Prooi coalitieafspraken

Het liberale beeld dat mensen vrij zijn in hun (beroeps)keuzes en recht hebben op gelijke arbeidsrechten blijkt ten prooi te zijn gevallen aan coalitieafspraken. Je mag je afvragen hoe de liberale coalitiepartners dit beleid van exclusie zonder blikken of blozen kunnen verantwoorden. Omdat de nieuwe wet nu eenmaal een coalitieafspraak is? Politieke koehandel heet dat – over de hoofden van mensen.

Voor ieder weldenkend mens is duidelijk dat factoren als uitbuiting en mensenhandel binnen de arbeidsmarkt, dus niet alleen binnen de seksindustrie, resoluut bestreden moeten worden. Elk geval is er één te veel.

Legaal beroep

Het voorgestelde pakket, dat nu nog bij de Raad van State ligt, tart echter elk realiteitsbesef. Voor de duidelijkheid: sekswerk is een legaal beroep, maar het stigma op sekswerk is groot. Dat is wat deze WRS ernstig veronachtzaamt.

Het wetsvoorstel bepaalt dat alle sekswerkers gecriminaliseerd zullen worden, tenzij men bereid is zich landelijk te laten registreren én over een vergunning beschikt. Echter, juist vanwege dat stigma kan of wil een aantal sekswerkers zich niet vergunnen.

Weigering

Ook bestaat er geen bewijs dat een registratiestelsel helpt bij het bestrijden van wantoestanden. Integendeel. Recent onderzoek in Duitsland, waar met een dergelijk stelsel is geëxperimenteerd, heeft uitgewezen dat 83 procent van de sekswerkers heeft geweigerd zich te laten registreren – en daarmee juist in de illegaliteit is beland waar zij voorheen legaal werkten. Angst voor verlies van privacy was een belangrijke reden.

Dan de geopperde leeftijdsverhoging voor sekswerkers van 18 naar 21 jaar. Het getuigt van naïviteit te veronderstellen dat alle sekswerkers onder 21 ‘dan dus maar’ zullen stoppen. Ook hun rest niets anders dan werken in het risicovolle onvergunde of illegale circuit, nota bene het werkveld waarvan de WRS onderkent dat het kwetsbaar is voor wantoestanden en daarom moet worden aangepakt. Hoe paradoxaal: uitbuiting en mensenhandel willen bestrijden door sekswerkers het niet-vergunde circuit in te jagen.

Het gesuggereerde ‘pooierverbod’ in de WRS doet daar nog een schepje bovenop. Die regel bepaalt dat ieder die een niet-vergunde sekswerker tegen betaling een dienst verleent – bijvoorbeeld een taxichauffeur of een accountant – door de wet als pooier wordt beschouwd en gesanctioneerd zal worden met een boete van 20.000 euro. Dus een gestigmatiseerde groep sociaal isoleren is de oplossing?

Meer lezen

PROSTITUTIE IN NEDERLAND

Het zogezegde ´oudste beroep ter wereld´ heeft een lange geschiedenis in de Nederlandse steden en al eeuwen geleden probeerde de overheid de prostitutie te reguleren.

Prostitutie: een noodzakelijk kwaad

Prostitutie is een fenomeen van alle plaatsen en alle tijden, zo ook in Nederland. Prostitutie, ouderwets ook wel hoererij genoemd, komt van de Latijnse samentrekking pro en statuere, dat tentoonstellen of uitstallen betekent. In de Middeleeuwen werd het als een beroep gezien waar geen eer aan te behalen viel, maar desondanks zagen de politieke en religieuze machthebbers dat het een onmisbaar beroep was. De bekende theoloog en kerkvader Thomas van Aquino (1225-1274) vergeleek de verhouding van de stad en de prostitutie met die van een paleis en een mesthoop. De mesthoop is dan wel niet fraai, maar is nodig om de rest van het paleis schoon te houden. Zo was de prostitutie nodig om de veiligheid van andere vrouwen en de algemene orde binnen de stad te handhaven.

Regulering prostitutie

Al in de late Middeleeuwen probeerden stadsbesturen de branche te reguleren. Het werd toegestaan, maar de prostituees en pooiers moesten zich wel aan een aantal regels houden om de burger en de samenleving te beschermen. In Amsterdam bezat het stadsbestuur zelfs enkele bordelen, in de tegenwoordige Damstraat en Pijlsteeg, die onder beheer stonden van stadsschouten. Prostituees dienden zich anders te kleden dan ‘normale’ vrouwen zodat er geen verwarring kon bestaan over hun functie en bordelen moesten zich door middel van een herkenbaar uithangbord onderscheiden van reguliere café’s. Voor joden en getrouwde mannen was het niet toegestaan een prostituee te bezoeken.

Calvinisme

Aan deze tolerante houding kwam een einde in de zestiende eeuw toen tijdens de Opstand het calvinisme dominant werd. Vanaf 1578 werden in Amsterdam de bordelen gesloten en de prostitutie verboden, waarna er op overtreding van de nieuwe regels flinke straffen werden ingevoerd. Als gevolg hiervan verdween de prostitutie niet, maar ging deze ondergronds verder. De door de kerk als zondig bestempelde prostitutie verspreidde zich over de gehele stad en vond plaats in kleine obscure bordelen. Al behoorde de overheid de hoeren, pooiers en hun klanten te vervolgen, gebeurde dit in de praktijk relatief weinig door een gebrek aan controle en een te kleine politiemacht.

Hoerwaardinnen

Het vervolgen en gedogen wisselde zich in de volgende eeuwen af en tegen de achttiende eeuw werd de prostitutie oogluikend toegelaten. Zeker in een grote handelsstad als Amsterdam bloeide de prostitutie in deze periode op door bezoeken van allerlei kooplieden, handelaren en zeevaarders. Veel bordelen werden door een zogeheten hoerwaardin gerund, dit was vaak een ex-prostituee die het klappen van de zweep kende en een aantal meisjes in dienst had. Tussen deze hoerwaardinnen was een levendige handel in meisjes, die binnen de eigen stad of tussen verschillende steden werden uitgewisseld en verkocht. Een belangrijke ontmoetingsplek werd het speelhuis, waar vooral zeelieden na een lange reis op zoek naar vertier waren.

Chique bordelen

Toen er in de achttiende eeuw soepeler werd omgegaan met prostitutie door de stadsbesturen veranderde de vraag van de bezoekers. De rijke hoerenlopers vonden de huizen van de hoerwaardinnen vaak onhygiënisch en armoedig en vanwege deze reden werden de meisjes in de speelhuizen zelf onderdak aangeboden. Omdat dit alles binnenskamers gebeurde en zo niet de openbare orde verstoorde, greep de overheid niet in. Met dat het speelhuis niet alleen een ontmoetingsplek meer was, maar ook een werkplek werd er meer geïnvesteerd in de aankleding van het bordeel. Door de grootschaligheid en luxe van dergelijke bordelen werden steeds vaker mannen de baas van bordelen omdat deze vaker dan vrouwen over veel geld beschikten.

Meer lezen

‘Ik hoop dat politici een keer voor de sekswerkers willen opkomen’

Het wantrouwen tussen sekswerkers en officiële instanties is groot, en sekswerk vanuit je eigen woning is bijna niet meer mogelijk. Foxxy is in haar 20 jaar als sekswerker niet erg positief over het prostitutiebeleid in Nederland. Volgens haar zijn er te weinig politici die opkomen voor de rechten van haar beroepsgroep. “Het zou heel fijn zijn als de politiek een keer met ons praat, dan alleen over ons.”##

Foxxy (niet haar echte naam) is eigenlijk via een geintje in het sekswerk gerold. Met een vriendin heeft ze naar eigen zeggen nogal ‘losbandige tienerjaren’ achter de rug. Rond de eeuwwisseling komt het idee op een avond ter sprake. “Ze kijkt me aan en zegt: ‘We moeten hier geld voor vragen’. Daar ben ik eerst niet op ingegaan, maar na een paar weken begon ze er weer over. Toen hebben we een advertentie voor een trio geplaatst.”

Ze willen het per se samen doen, omdat ze dat veiliger vinden dan alleen. Haar vriendin krijgt echter kort daarna een relatie en stapt uit het beroep. Foxxy begint voor zichzelf advertenties te plaatsen. Nu is ze 2 decennia verder en heeft ze bijna alle vormen van sekswerk wel geprobeerd. “Ik deed voor corona vooral gangbangs, dus groepseks. Maar daar ben ik afgelopen jaar mee gestopt uit veiligheidsoverwegingen.”

Geen keuze

Op dit moment werkt ze in twee privéhuizen: een locatie waar een exploitant veel voor haar regelt. Dat heeft zijn voordelen. Een goed privéhuis doet wat marketing voor je en geeft je een veilige omgeving waar je kunt werken. “Maar als ik de keuze heb, dan wil ik het liefst zelfstandig werken. Als zelfstandige kan ik nu 120 euro per uur verdienen. Bij een privéhuis houd ik onder de streep 42,50 euro over. De rest gaat naar de exploitant en de Belastingdienst.”

Het werk voor Foxxy wordt steeds lastiger. Zelfstandig werken wordt door het strenge vergunningsbeleid van gemeenten nauwelijks toegestaan. En vanwege haar leeftijd wordt het voor exploitanten minder aantrekkelijk om haar erbij te houden. “Verschrikkelijk”, oordeelt Foxxy. “Eigenlijk worden oudere sekswerkers daarmee gedwongen om op onveilige locaties te werken.”

“Je komt dan terecht bij louche verhuurders. De criminele sector die panden verhuurt.” Samen met een vriendin heeft ze wel eens zo’n appartement gehuurd. “Op het einde van de dag wilde hij ineens de dubbele huur hebben, omdat hij zag dat we het druk hadden. We hebben onze spullen gepakt en zijn weggegaan. Maar je staat verder machteloos. Je bent op dat moment onvergund aan het werk. Je kunt gewoon geen aangifte doen van zo’n iemand.”

Sekswerk is een legaal beroep, maar Foxxy heeft het gevoel dat haar de keuze wordt ontnomen om haar werk te doen zoals zij dat wil. “Het liefste doe ik thuisontvangst. Dan hoef ik niet de helft van mijn inkomsten aan een exploitant af te staan, en werk ik op een manier waarbij ik me veilig voel. En die keuze krijg ik nu niet.”

Meer lezen

Het veiligste land voor sekswerkers: dit kunnen we leren van Nieuw-Zeeland

Als je aan sekswerk denkt, dan denk je waarschijnlijk niet meteen aan Nieuw-Zeeland. Maar toch wordt het land tijdens de gesprekken die we voor ons onderzoek naar sekswerk voeren er bijna elke keer bijgehaald. Nieuw-Zeeland is pionier op het gebied van prostitutiebeleid. Criminoloog Joep Rottier deed er jarenlang onderzoek naar. “Wetenschappelijk onderzoek laat keer op keer zien: hoe repressiever het beleid, hoe onveiliger je het voor sekswerkers maakt.”

Sekswerkbeleid is een afspiegeling van de moraal van de samenleving, stelt Joep Rottier als ik hem bel om over zijn onderzoek te praten. Hij promoveerde in december 2018 aan de Universiteit Utrecht op het Nieuw-Zeelandse prostitutiebeleid en zag dat we in Nederland nog veel van het land kunnen leren. In ieder geval door het beleid rondom sekswerk minder op vooroordelen en moraal, maar meer op wetenschappelijk bewijs te baseren.

Dat we in Nederland niet dezelfde rechten en plichten aan sekswerkers geven als in Nieuw-Zeeland, heeft te maken met de stigmatisering van het beroep. “Kijk, bijvoorbeeld ook naar Zweden. Daar heerst over het algemeen de opinie: sekswerkers zijn slachtoffers. Het is een onmondig persoon die zelf niet kan beslissen. Dan krijg je beleid dat daarop is ingesteld. In Zweden ben je als bezoeker van een sekswerker strafbaar. Ze proberen prostitutie zoveel mogelijk uit te bannen.” Maar uitbannen is een utopie, stelt Rottier.

Decriminaliseren

Jarenlang was sekswerk verboden in Nieuw-Zeeland, maar daar kwam verandering in door een sterke campagne van de belangenvereniging voor sekswerkers, de NZPC (New Zealand Prostitutes’ Collective ). Zij verenigen zichzelf in 1987 en vochten voor een beleid dat niet langer gebaseerd was op moralistische ideeën, maar op pragmatische en rationele argumenten. Ze betrokken wetenschappers, politici, en mensen uit de gezondheidssector in hun lobby en in 2003 zorgde een meerderheid van één zetel in het parlement ervoor dat er een nieuw prostitutiebeleid kwam. De belangrijkste veranderingen: prostituees worden sekswerkers en sekswerk wordt gedecriminaliseerd. Daarnaast krijgen sekswerkers precies dezelfde rechten en plichten als ieder ander beroep. In plaats van bovenmatige staatsbemoeienis ligt het accent op zelforganisatie.

Veilig

Nieuw-Zeeland is het enige land dat op deze manier naar sekswerk kijkt. Tussen 2013 en 2018 deed Rottier onderzoek naar de situatie in het land. Hij zag dat het beleid daar nogal wat teweeg heeft gebracht. Door rechten aan sekswerkers te geven en door als overheid een sterke belangenorganisatie financieel te faciliteren en daar nauw mee samen te werken, is de positie van de sekswerker enorm verbeterd. In tegenstelling tot in Nederland zijn sekswerkers volwaardige onderhandelingspartners van de overheid. “Geweld tegen en misbruik van sekswerkers is afgenomen. Exploitanten en klanten van sekswerkers die uit zijn op uitbuiting weten dat ze daarmee diep in de problemen kunnen komen. Er zijn mooie voorbeelden van sekswerkers die met succes naar de rechter zijn gestapt”, legt Rottier uit. “In plaats van een ‘vogelvrij-status’ voelen sekswerkers in Nieuw-Zeeland zich sinds 2003 beschermd door politie en het justitieel systeem.”

Bovendien is het beeld van sekswerkers veranderd: “Een deel van mijn onderzoek was spreken met parlementsleden die in 2003 tegen het nieuwe beleid hadden gestemd. De meeste daarvan betwijfelden nog steeds het bestaansrecht van prostitutie op moralistische gronden, maar gaven aan dat ze inmiddels voor decriminalisering zouden stemmen nu ze de positieve effecten van het beleid hadden gezien. En ik merkte het ook los van de interviews die ik voor mijn onderzoek deed. Als ik bijvoorbeeld in een café of op een terras zat en ik vertelde over mijn werk, dan vroeg ik vaak aan mensen hoe ze dachten over sekswerk. Dan zie je dat het beleid heeft geleid tot destigmatisering, tot veel meer acceptatie van het beroep dan bijvoorbeeld in Zweden waar prostituees worden geframed als hulpeloze slachtoffers van brute dominante mannen”.

Moraal

In Nederland is sekswerk een legaal beroep, maar zijn sekswerkers gebonden aan veel restrictieve regels waar iemand met een ander beroep niet aan hoeft te voldoen. Zelfstandige sekswerkers moeten meestal een vergunning aanvragen om hun werk te mogen uitvoeren, maar in veel gemeenten is het in de praktijk onmogelijk om die te verkrijgen. Daardoor worden sekswerkers min of meer gedwongen om onvergund hun werk doen.

Rottier stoort zich aan de moraalpolitiek in het Nederlandse prostitutiebeleid. “Er worden onlogische keuzes gemaakt. Als je sinds 2000 kijkt naar de regelgeving dan zie je dat het beleid alleen maar repressiever wordt. En kijk naar het sluiten van de ramen in Utrecht en Amsterdam. Sekswerkers komen zonder werkplek te zitten en er worden geen vervangende arbeidsplekken aangeboden. Het is een ontmoedigingsbeleid zonder realiteitsgehalte. De sekswerkers stoppen immers niet, maar verdwijnen in het ondergrondse circuit.” En juist dat zorgt voor onveilige situaties, volgens Rottier: “Klanten kunnen hun gang gaan want zij weten: een onvergunde sekswerker gaat toch niet naar de politie uit angst voor sancties.”

“Natuurlijk, uitbuiting en mensenhandel vindt net als bijvoorbeeld in de agrarische industrie plaats in de prostitutie, en Nieuw-Zeeland is hiervan niet uitgezonderd. Daar moeten we ons hoofd niet voor in het zand steken. Maar wetenschappelijk onderzoek laat keer op keer zien: hoe repressiever het beleid, hoe onveiliger je het voor sekswerkers maakt. Het verbeteren van de positie van sekswerkers is een illusie zolang er sprake blijft van stigmatiserend en repressief beleid”, aldus Rottier.

bron: 12 september 2021 https://pointer.kro-ncrv.nl/het-veiligste-land-voor-sekswerkers-dit-kunnen-we-leren-van-nieuw-zeeland

Sekswerkers zijn slecht imago zat: ‘Liever een hoer naast me, dan een supermarkt’

Ze zijn het beu. In de beeldvorming zijn sekswerkers altijd óf slachtoffer van mensenhandel óf ‘happy hooker’. ,,Maar de meesten van ons zijn gewoon bezig hun dagelijks brood te verdienen.”

Iedere keer als Sabrina die ene foto weer ziet, komt de boosheid van toen boven. Het is een foto van acht jaar geleden, gemaakt in een van de woonbootjes aan het Zandpad, de bekende prostitutiezone in Utrecht. Groot in beeld: Sabrina’s bijna blote billen en de hoge laarzen eronder.

De foto (hieronder) is gemaakt op de dag van de gedwongen sluiting van het Zandpad. Die was voor Sabrina heel ingrijpend, omdat ze haar werkplek kwijtraakte: ,,Ik zette me in om in Utrecht een vrouwvriendelijke onderneming te starten: door sekswerkers voor sekswerkers. Maar we kregen geen vergunning.’’

De foto zou over de sluiting van het Zandpad moeten gaan, maar dat zie je nauwelijks. ,,Je ziet mijn billen en mijn laarzen.’’ Het Zandpad is sinds die tijd dicht. Sabrina – destijds haar werknaam – is ander werk gaan doen en volgt een studie.

Geen slachtoffer

Maar de foto blijft opduiken. Als anonieme, algemene illustratie bij verhalen over sekswerk. ,,Het meest kwalijke vind ik dat de foto soms bij een verhaal over mensenhandel staat’’, zegt ze. ,,Ik ben geen slachtoffer. Ik ben vrijwillig de prostitutie ingegaan en gedwongen gestopt door de gemeente. Het is dus omgekeerd.’’

Sekswerkers willen van hun eeuwige stigma af. Ze zijn niet alleen óf een slachtoffer van mensenhandel, uitgebuit door een pooier óf de happy hooker die haar droombaan beleeft. Ze zijn ook vele tinten grijs daartussen. Om dit aan de buitenwereld duidelijk te maken, ondernemen ze nu actie.

,,Voor veel escorts, webcammers of pornomakers is het gewoon werk. We zijn bezig ons dagelijks brood te verdienen”, zegt Yvette Luhrs, sekswerker, maker van de eerder dit jaar uitgezonden docuserie Ik word prostituee en oud-voorzitter van belangenvereniging Proud, voor wie in de erotische industrie werkt.

Luhrs is betrokken bij project Reimagining Sex Work, dat moet leiden tot een completer, meer divers beeld van sekswerkers bij het grote publiek. Onderdeel van dit project zijn werkgroepen waarin online van gedachten wordt gewisseld en fotoworkshops in Amsterdam, Utrecht en Tilburg waaraan journalisten, fotografen en sekswerkers meedoen.

Ze hopen zo onder meer te bereiken dat bij verhalen over sekswerk niet steeds dezelfde standaardfoto’s worden geplaatst. ,,Ze doen de breedte van het werk geen recht.”
Geweld

Het imago maakt het sekswerkers moeilijk en kan zelfs leiden tot geweld tegen hen, is de ervaring van Mariëlle, escort en mede-initiatiefnemer van het project. Zij wil niet met haar echte naam op deze site uit angst dat ze haar huurhuis uit moet.

,,Een voorbeeld? Ik heb al tien jaar last van een stalker die bij mijn buren brieven in de bus doet waarin staat dat er een illegaal prostitutiebedrijf in hun complex zit, dat daardoor hun woningprijs daalt en ziektes worden verspreid. Hij roept mensen op de woningbouwvereniging te bellen”, vertelt ze.

Verontwaardigd: ,,Maar ik werk niet thuis en het werk dat ik doe is legaal. Mensen denken dat het illegaal is, omdat er vaak zo over geschreven wordt.”

Extra vakantiegeld

Niemand weet precies hoeveel sekswerkers er in Nederland zijn. Er is een paar jaar geleden een schatting gemaakt dat 22.000 mensen structureel of af en toe aan prostitutie doen. Maar dan zijn er nog de webcammers, pornomakers, strippers, parenclubs en mensen die telefoonseks aanbieden.

,,Dat we het niet precies weten, komt óók door het slechte imago: mensen gebruiken een andere naam als ze werken en veranderen vaak van plek. Het is geen vak waar je heel open over bent”, weet Minke Dijkstra, antropoloog, actieonderzoeker en ook een van de initiatiefnemers van dit project. ,,En wanneer ben je sekswerker? Ook als je het alleen nu en dan doet voor wat extra vakantiegeld?”

Er zijn niet slechts één of twee soorten sekswerkers, is de boodschap van Mariëlle, Luhrs en Dijkstra. Dat beeld verdient nuancering. ,,Zie sekswerkers gewoon als mensen die werken”, zegt Luhrs. ,,Veel van ons hebben zelf de keuze gemaakt dit werk te gaan doen, omdat het op dat moment het beste paste. Is het dan een droombaan? De kassière bij Albert Heijn zal ook niet gedroomd hebben van dat werk.”

De kern van het imagoprobleem zit hem volgens de vrouwen in het taboe op seks en vrouwelijke seksualiteit. ,,Iedereen vindt iets van seks’’, stelt ze. ,,Maar dat jij je niet kunt voorstellen dat iemand aan betaalde seks doet, wil niet zeggen dat iedereen er zo over denkt.’’

Meer lezen

Utrechtse gemeenteraad: ‘Meer ruimte voor sekswerkers’

In de Utrechtse Jaffastraat zat tot 2013 een bordeel

UTRECHT – Een groot aantal partijen in de Utrechtse gemeenteraad wil dat er meer legale sekswerkplekken komen in de stad. Op dit moment zijn er zes zogenoemde vergunde plekken, de partijen vinden dat te weinig. Ook pleit de raad ervoor om de mogelijkheden voor sekswerkers die thuis werken te verruimen. Die wensen kwamen naar voren tijdens een debat over een voormalig bordeel aan de Utrechtse Jaffastraat.

Voor het uitoefenen van sekswerk is een vergunning van de gemeente nodig. Dat is dus bijvoorbeeld nodig voor een bordeel of een escortbureau. Utrecht kent op dit moment zes van dergelijke vergunde plekken, daarvan zijn er drie ook daadwerkelijk in bedrijf. De bekendste is club La Cloche op de Amsterdamsestraatweg. In het verleden zat er een soortgelijke club in de Jaffastraat, midden in een woonwijk, maar het bordeel sloot jaren geleden. Het college wil de bestemming van het pand wijzigen, het moet de bestemming ‘wonen’ krijgen. De raad steunt dat voorstel in grote meerderheid. Maar tegelijkertijd zijn er zorgen.

Groeiende stad
Rick van der Zweth van de PvdA verwoordt die het duidelijkst. Hij zegt dat de stad groeit, en daarmee ook de behoefte aan ruimte voor sekswerkers. Maar die extra ruimte komt er niet, de mogelijkheden nemen juist af, door het sluiten van de tippelzone en door de problemen rond de herstart van het Zandpad. Hij hekelt het verdwijnen van de tippelzone en benadrukt dat die plaats moest maken voor ‘te dure appartementen’.

Ook Student & Starter wil dat er meer ruimte komt voor sekswerkers. Tessa Sturkeboom vindt dat seks een onderdeel van onze samenleving is. Volgens haar moet je het beroep van sekswerker omarmen. Zij wil een nadrukkelijke erkenning van de gemeente dat sekswerk een legaal beroep is.

Thuiswerken
D66 pleit ook voor meer mogelijkheden. Ellen Bijsterbosch focust echter op de thuiswerkenden in de branche. Dat mag nu officieel niet, iemand die thuis klanten ontvangt wordt gelijkgesteld met een bordeelhouder. Een nagelstudio mag wel aan huis werken, stelt Bijsterbosch, maar een thuiswerkende prostituee mag dat niet. Ze schets het probleem dat als er sprake is van geweld dat de sekswerkers dan geen aangifte durven doen. Als uitkomt dat ze thuiswerken, riskeren ze een boete of een huisuitzetting.

Burgemeester Sharon Dijksma onderkent voor een groot deel de problemen die de raad schetst, maar toch vindt ze haar rol beperkt. De burgemeester geeft aan niet zelf actief op zoek te kunnen of willen gaan naar exploitanten van seksinrichtingen. Daarnaast geeft ze aan dat de afgelopen tien jaar er geen enkele aanvraag vanuit de branche is geweest voor het starten van een seksinrichting in de stad. De burgemeester zei tijdens het debat wel toe dat ze met de branche in gesprek wil over de wensen en behoeftes die er leven.

Gat in de begroting
Tegelijkertijd debatteerde de raad over het Nieuwe Zandpad. Wethouder Eelco Eerenberg heeft een voorstel om de hulpverlening bij de nieuwe prostitutiezone in te richten. Die plannen kunnen op veel steun rekenen. De VVD is kritisch op de financiering van het plan, in de begroting zit een gat van 70.000 euro. De PVV gaat een stap verder, die vindt dat het plan vooral voorsorteert op een ‘hele reeks nieuwe subsidieslurpers’.

Bron: https://www.dominaforum.nl/prostitutie-in-het-nieuws/utrechtse-gemeenteraad-meer-ruimte-voor-sekswerkers/

De redlightdistricts in Nederland, nu ook met plattegronden en reviews van raamdames

In Nederland zijn op dit moment in 8 steden/plaatsen diverse redlightdistricten. Dus gebieden waar vergunde raamprostitutie is toegestaan. In Amsterdam, Almelo, Den Haag, Eindhoven, Alkmaar, Deventer, Groningen en Leeuwarden zijn verschillende aantallen raambordelen. Daarnaast relatief dichtbij de grens in Belgie, is er in Antwerpen nog een groot redlightdistrict Het Schipperskwartier genaamd zie ook: https://www.citygirl.nl/node/11675

Amsterdam

Amsterdam heeft eigenlijk 3 raamgebieden; De Wallen (vooral wereldwijd bekend bij de toeristen), wat gelegen is nabij het Centraal Station in het oude centrum van Amsterdam. Het daarnaast gelegen Singelbied schuin achter Paleis op de Dame beginnend op de Spuistraat. En in Amsterdam Zuid de Ruysdaelkade wat een kleiner aantal ramen heeft, zie de plattegronden via https://www.citygirl.nl/node/11681.

Den Haag

Den Haag heeft momenteel nog 2 raamgebieden: de goedkopere straat qua instaptarief vanaf €35,00 de Doubletstraat en nabij NS Station Holland Spoor de Geleenstraat/Hunsestraat, zie voor beide gebieden de plattegronden via https://www.citygirl.nl/node/11662

Den Haag

Eindhoven heeft een net en kleiner raamgebied het Baekelandplein zie https://www.citygirl.nl/node/35 en in het hoge noorden een raamgebied in Groningen (https://www.citygirl.nl/node/11671) en Leeuwarden (https://www.citygirl.nl/node/11673) en in Noord-Holland boven Amsterdam nog een ingekrompen raamgebied in Alkmaar (https://www.citygirl.nl/node/30) in de volksmond de Achterdam genoemd. Plattegronden, info & reviews over sekswerksters in de volgende plaatsen vindt je tussen haakjes via de url link achter de plaats/stad: Doetinchem (https://www.citygirl.nl/node/34), Haarlem (https://www.citygirl.nl/node/37), Almelo (https://www.citygirl.nl/node/29), Deventer (https://www.citygirl.nl/node/33) en Nijmegen (https://www.citygirl.nl/node/40).

Groningen

In Utrecht waren tot 8 jaar geleden 2 raamgebieden, het beroemde Zandpad met woonbootjes in het water waarop de dames van plezier de klanten ontvingen en de Hardebollenstraat in het centrum van Utrecht. Echter deze zijn destijds op last van toenmalig Burgemeester Wolfsen gesloten. Er liggen wel enkele jaren nieuwe plannen bij de Gemeente Utrecht om naast het Zandpad op de wal nieuwe werkkamers met ramen voor sekswerkers te realiseren. In voorjaar 2022 wordt een besluit genomen door de Gemeente of een nieuwe partij als exploitant daar mag beginnen met het realiseren en exploiteren van nieuwe raamkamers.

In de loop van jaren zijn raambordelen vanuit een gedoogconstructie ontstaan. Later is er strenge wetgeving op toegepast zowel voor het verkrijgen van een exploitatievergunning als handhaven van de regels en controle op mistoestanden als mensenhandel en uitbuiting van sekswerksters. Per gemeente zijn er verschillende regels m.b.t. exploiteren van raamkamers als ook het huren van een raamkamer door een sekswerkster. Zo hanteert men bijvoorbeeld 2 leeftijdsgrenzen waaraan een sekswerkster minimaal aan moet voldoen, namelijk 18 en 21 jaar. Op dit moment zijn vooral Oost Europese dames met name Roemeense en wat Bulgaarse dames als sekswerksters werkzaam achter de ramen in Nederland. Daarnaast een divers aanbod qua nationaliteiten van Nederlands, Marokkaans, Surinaams, Zuid-Amerikaans, overige Europa en wereld. Ook is er een kleine groep shemales/ladyboys etc. actief achter de ramen. Gemeente en of zedenpolitie (team prostitutie & mensenhandel) handhaven de regels en hebben gesprekken met zowel de sekswerksters als exploitanten.

Qua werkkamers waarin de sekswerkster werkt en de klant ontvangen wordt is een grote diversiteit qua grootte, luxe en inventaris. Zo zijn er kamers met een kleine oppervlakte en klein bed en wastafel als ook riante kamers met bubbelbaden en of grote bedden en SM meubels en alles wat daar tussen zit.

Over de sekswerksters in redlight gebieden worden door klanten vaak reviews/recensies geschreven op prostitutie fora zoals https://www.citygirl.nl/node/28 om hun ervaring te delen met andere klanten.

Ook in Duitsland kent men raamprostitutie en heeft men ook zogenaamde laufhausen (grote flat achtige gebouwen waar je als klant etage voor etage bewandelt om dames achter het raam te kunnen bekijken en of te bezoeken).

Antwerpen