Het veiligste land voor sekswerkers: dit kunnen we leren van Nieuw-Zeeland

Als je aan sekswerk denkt, dan denk je waarschijnlijk niet meteen aan Nieuw-Zeeland. Maar toch wordt het land tijdens de gesprekken die we voor ons onderzoek naar sekswerk voeren er bijna elke keer bijgehaald. Nieuw-Zeeland is pionier op het gebied van prostitutiebeleid. Criminoloog Joep Rottier deed er jarenlang onderzoek naar. “Wetenschappelijk onderzoek laat keer op keer zien: hoe repressiever het beleid, hoe onveiliger je het voor sekswerkers maakt.”

Sekswerkbeleid is een afspiegeling van de moraal van de samenleving, stelt Joep Rottier als ik hem bel om over zijn onderzoek te praten. Hij promoveerde in december 2018 aan de Universiteit Utrecht op het Nieuw-Zeelandse prostitutiebeleid en zag dat we in Nederland nog veel van het land kunnen leren. In ieder geval door het beleid rondom sekswerk minder op vooroordelen en moraal, maar meer op wetenschappelijk bewijs te baseren.

Dat we in Nederland niet dezelfde rechten en plichten aan sekswerkers geven als in Nieuw-Zeeland, heeft te maken met de stigmatisering van het beroep. “Kijk, bijvoorbeeld ook naar Zweden. Daar heerst over het algemeen de opinie: sekswerkers zijn slachtoffers. Het is een onmondig persoon die zelf niet kan beslissen. Dan krijg je beleid dat daarop is ingesteld. In Zweden ben je als bezoeker van een sekswerker strafbaar. Ze proberen prostitutie zoveel mogelijk uit te bannen.” Maar uitbannen is een utopie, stelt Rottier.

Decriminaliseren

Jarenlang was sekswerk verboden in Nieuw-Zeeland, maar daar kwam verandering in door een sterke campagne van de belangenvereniging voor sekswerkers, de NZPC (New Zealand Prostitutes’ Collective ). Zij verenigen zichzelf in 1987 en vochten voor een beleid dat niet langer gebaseerd was op moralistische ideeën, maar op pragmatische en rationele argumenten. Ze betrokken wetenschappers, politici, en mensen uit de gezondheidssector in hun lobby en in 2003 zorgde een meerderheid van één zetel in het parlement ervoor dat er een nieuw prostitutiebeleid kwam. De belangrijkste veranderingen: prostituees worden sekswerkers en sekswerk wordt gedecriminaliseerd. Daarnaast krijgen sekswerkers precies dezelfde rechten en plichten als ieder ander beroep. In plaats van bovenmatige staatsbemoeienis ligt het accent op zelforganisatie.

Veilig

Nieuw-Zeeland is het enige land dat op deze manier naar sekswerk kijkt. Tussen 2013 en 2018 deed Rottier onderzoek naar de situatie in het land. Hij zag dat het beleid daar nogal wat teweeg heeft gebracht. Door rechten aan sekswerkers te geven en door als overheid een sterke belangenorganisatie financieel te faciliteren en daar nauw mee samen te werken, is de positie van de sekswerker enorm verbeterd. In tegenstelling tot in Nederland zijn sekswerkers volwaardige onderhandelingspartners van de overheid. “Geweld tegen en misbruik van sekswerkers is afgenomen. Exploitanten en klanten van sekswerkers die uit zijn op uitbuiting weten dat ze daarmee diep in de problemen kunnen komen. Er zijn mooie voorbeelden van sekswerkers die met succes naar de rechter zijn gestapt”, legt Rottier uit. “In plaats van een ‘vogelvrij-status’ voelen sekswerkers in Nieuw-Zeeland zich sinds 2003 beschermd door politie en het justitieel systeem.”

Bovendien is het beeld van sekswerkers veranderd: “Een deel van mijn onderzoek was spreken met parlementsleden die in 2003 tegen het nieuwe beleid hadden gestemd. De meeste daarvan betwijfelden nog steeds het bestaansrecht van prostitutie op moralistische gronden, maar gaven aan dat ze inmiddels voor decriminalisering zouden stemmen nu ze de positieve effecten van het beleid hadden gezien. En ik merkte het ook los van de interviews die ik voor mijn onderzoek deed. Als ik bijvoorbeeld in een café of op een terras zat en ik vertelde over mijn werk, dan vroeg ik vaak aan mensen hoe ze dachten over sekswerk. Dan zie je dat het beleid heeft geleid tot destigmatisering, tot veel meer acceptatie van het beroep dan bijvoorbeeld in Zweden waar prostituees worden geframed als hulpeloze slachtoffers van brute dominante mannen”.

Moraal

In Nederland is sekswerk een legaal beroep, maar zijn sekswerkers gebonden aan veel restrictieve regels waar iemand met een ander beroep niet aan hoeft te voldoen. Zelfstandige sekswerkers moeten meestal een vergunning aanvragen om hun werk te mogen uitvoeren, maar in veel gemeenten is het in de praktijk onmogelijk om die te verkrijgen. Daardoor worden sekswerkers min of meer gedwongen om onvergund hun werk doen.

Rottier stoort zich aan de moraalpolitiek in het Nederlandse prostitutiebeleid. “Er worden onlogische keuzes gemaakt. Als je sinds 2000 kijkt naar de regelgeving dan zie je dat het beleid alleen maar repressiever wordt. En kijk naar het sluiten van de ramen in Utrecht en Amsterdam. Sekswerkers komen zonder werkplek te zitten en er worden geen vervangende arbeidsplekken aangeboden. Het is een ontmoedigingsbeleid zonder realiteitsgehalte. De sekswerkers stoppen immers niet, maar verdwijnen in het ondergrondse circuit.” En juist dat zorgt voor onveilige situaties, volgens Rottier: “Klanten kunnen hun gang gaan want zij weten: een onvergunde sekswerker gaat toch niet naar de politie uit angst voor sancties.”

“Natuurlijk, uitbuiting en mensenhandel vindt net als bijvoorbeeld in de agrarische industrie plaats in de prostitutie, en Nieuw-Zeeland is hiervan niet uitgezonderd. Daar moeten we ons hoofd niet voor in het zand steken. Maar wetenschappelijk onderzoek laat keer op keer zien: hoe repressiever het beleid, hoe onveiliger je het voor sekswerkers maakt. Het verbeteren van de positie van sekswerkers is een illusie zolang er sprake blijft van stigmatiserend en repressief beleid”, aldus Rottier.

bron: 12 september 2021 https://pointer.kro-ncrv.nl/het-veiligste-land-voor-sekswerkers-dit-kunnen-we-leren-van-nieuw-zeeland