Subspace en Domspace

Onder invloed van een BDSM-spel of een D/s-relatie kunnen de dominant en de sub in een soort roes of trance raken. Dit komt waarschijnlijk bij de onderdanige (subspace) wat vaker voor dan bij de dominant (domspace). Vaak begint dit verschijnsel (waarbij de sub vaak het gevoel heeft te zweven) al in lichte mate op het moment dat de sub zich bijvoorbeeld thuis voorbereidt op het weerzien met zijn of haar dom(me). Naarmate het ‘spel’ vordert wordt de trance vaak dieper. In sommige gevallen zo diep dat de sub moeite heeft om nog helder te denken, te praten, te lopen of zelfs überhaupt te reageren.

Indien de sub in de diepste fase van subspace schiet, kan hij of zij woest om zich heen beginnen te slaan met haast bovennatuurlijke kracht. In het geval dat hierbij de desbetreffende sub veel risico op is, legt men hem of haar vooraf vaak extra goed vast. Er zijn dus verschillende gradaties van subspace. Maar er zijn ook verschillende soorten. Zo is een space veroorzaakt door pijn anders dan een space vanuit een puur onderdanig gevoel.

Na een periode van diepe subspace zorgt men er meestal voor de onderdanige geleidelijk weer terug op aarde te brengen. Het kan namelijk gebeuren dat de sub naderhand (soms meteen, of in de dagen erna)  in een soort emotionele dip (subdrop) raakt. Het te snel uit space gehaald worden kan de kans hierop vergroten. Het is echter ook zeer waarschijnlijk dat een dergelijke dip samenhangt met het opraken van bepaalde stoffen in het lichaam. Denk aan stoffen zoals endorfine en serotonine. Een goede nazorg en de mogelijkheid tot contact met de Dominant is voor de meeste subs in de periode na een sessie dus erg belangrijk.

Endorfine

Endorfines werken in de eerste plaats pijn-onderdrukkend. Maar ze zijn ook medeverantwoordelijk voor het ontstaan van een gevoel van geluk of euforie. Deze endorfines zijn (mede daarom) betrokken bij beloningssystemen in de hersenen, die voor heel veel soorten (consumerend) gedrag sturend werken. Endorfines zijn in verband gebracht met drugverslaving, stemmingsstoornissen, gokverslaving, klinische depressie, schizofrenie en vele andere gedragsstoornissen en chronische aandoeningen. Een acute toename van de concentratie van deze neuropeptiden is in verband gebracht met verschillende soorten euforisch gedrag. Denk aan overtraining-euforie bij atleten, de ‘runners high’ bij duursporters, en de euforie na ‘thrill-seeking’ activiteiten zoals bungeejumpen. De smaakervaring bij suikers, vetten, chilipepers en ook chocolade zorgt voor het vrijkomen van endorfines. Ook zijn endorfines zeer actief bij automutilatie (zelfverminking).